Kabeldoorsneden van de toevoer

Spanningsdalingen treden op over lange afstanden tussen de spanningsbron en de omvormer ten gevolge van de lijnweerstand. Bij 24 VAC/DC kan dit ervoor zorgendat de aandrijving een te lage spanning krijgt en daardoor niet meer start. Om dit te vermijden, moet de kabeldoorsnede van de toevoer correct worden gedimensioneerd.

Met de volgende formules kunt u de vereiste kabeldoorsnede of de maximaal toegestane kabellengte voor de beschikbare doorsnede berekenen. Als alternatief kan bij gebruik van een transformator de secundaire spanning worden verhoogd.

A = 0,0714 × L : (UV – 18 V)

A = Kabeldoorsnede [mm2]

L = Kabellengte [m]

UV = Voedingsspanning [V]

Factor 0,0714 =
aandrijvingsspecifieke factor [Vmm2/m]

L = A × (UV – 21,6 V ) : 0,0714