Veerterugloop

De veerterugloop is alleen actief als de stroom naar klemmen 1 of 2 onderbroken is. Bij een onderbreking beweegt de draaiaandrijving altijd via de veer naar zijn eindpositie, ook als de stroomvoorziening bij de resetfunctie weer beschikbaar is. Daarna wordt de instel- en regelfunctie voortgezet.